Wat komt er allemaal kijken bij een algemene vergadering van aandeelhouders? Deel 6: stemrecht en besluitvorming

Wat komt er allemaal kijken bij een algemene vergadering van aandeelhouders? Deel 6: stemrecht en besluitvorming

In een BV (besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) hebben de aandeelhouders het uiteindelijk voor het zeggen. Zij beslissen over de belangrijkste onderwerpen, zoals – om er maar een paar te noemen – de benoeming en ontslag van bestuurders, uitkering van dividend, statutenwijziging en liquidatie.

Die besluitvorming door de aandeelhouders vindt plaats in de algemene vergadering van aandeelhouders, ook wel gewoon algemene vergadering genoemd, of AvA. Dat is niet alleen een bijeenkomst waarin vergaderd wordt en besluitvorming plaatsvindt, maar ook een orgaan van de vennootschap, waaraan specifieke bevoegdheden toekomen. Zie het maar als het parlement van de vennootschap.

Er komt aardig wat kijken bij het houden van de algemene vergadering van aandeelhouders. Vragen die daarbij opkomen zijn: hoe vaak moet er vergaderd worden, wie moet of mag een algemene vergadering bijeenroepen, waaraan moet de oproeping voldoen? Maar ook: wie moeten er worden uitgenodigd en wie hebben er stemrecht? En, hoe zit het met elektronische vergaderingen en besluitvorming buiten vergadering? Voor de geldigheid van de genomen besluiten is het belangrijk dat de formaliteiten in acht genomen worden. Die liggen vast in de wet en de statuten.

In deel 6 van deze serie ga ik nader in op de besluitvorming in de vergadering, onder andere hoe het stemrecht geregeld is.

Stemrecht

Een van de belangrijkste rechten van een aandeelhouder is het stemrecht. Daarmee kan de aandeelhouder immers mede bepalen welke besluiten er in de algemene vergadering worden genomen. Hoofdregel is dat iedere aandeelhouder tenminste één stem heeft. Hierop bestaan diverse uitzonderingen. In de statuten kan namelijk bepaald zijn dat aan bepaalde aandelen geen stemrecht is verbonden (stemrechtloze aandelen). Ook kan het stemrecht zijn overgedragen aan een vruchtgebruiker of pandhouder van de aandelen. En daarnaast kan in de statuten zijn bepaald dat een aandeelhouder zijn stemrecht niet kan uitoefenen, zolang deze in gebreke is te voldoen aan een wettelijke of statutaire verplichting.

Evenredig aantal stemmen

Als alle aandelen dezelfde nominale waarde hebben, is aan ieder aandeel één stem verbonden. Een aandeelhouder kan dan net zoveel stemmen uitbrengen als hij aandelen bezit. Zijn er aandelen met verschillende nominale waarden, dan is het aantal stemmen evenredig aan de nominale waarde. Aan een aandeel met de kleinste nominale waarde is één stem verbonden. Andere aandelen hebben zoveel stemmen als de nominale waarde van het kleinste aandeel past in de nominale waarde van die andere aandelen. Dus als het aandeel een nominale waarde van € 1,- heeft en andere aandelen hebben een nominale waarde van € 10,-, dan heeft het eerstgenoemde aandeel één stem en de andere aandelen hebben 10 stemmen. Het aantal stemmen wordt naar beneden afgerond op een heel getal.

De statuten kunnen de stemrechten echter ook anders verdelen. Zoals gezegd, kan bepaald worden dat aan sommige aandelen geen stemrecht is verbonden. Ook kunnen de statuten aan sommige aandelen meer stemrechten toekennen dan volgens de hiervoor beschreven hoofdregel het geval is. Voorwaarde is wel dat het stemrecht is verbonden aan een aandeel (of een vruchtgebruik of pandrecht daarop). Het toekennen van stemrechten in de algemene vergadering zonder aandelen is niet mogelijk.

Geen stemrecht op aandelen in eigen kapitaal

Voor een aandeel dat toebehoort aan de vennootschap zelf (de vennootschap heeft het aandeel van de aandeelhouder ingekocht) of aan een dochtervennootschap kan geen stem worden uitgebracht. Hetzelfde geldt als de vennootschap of een dochtervennootschap een certificaat van een aandeel bezit. De wet kent verder nog een bijzondere regeling voor het (niet vaak voorkomende) geval dat de vennootschap (of een dochtervennootschap) aandelen bezit waarop een vruchtgebruik of pandrecht is gevestigd en voor het geval de vennootschap (of een dochtervennootschap) een vruchtgebruik of pandrecht heeft op een aandeel. Aangezien dit zeer zelden voorkomt, ga ik hier niet verder op

Meerderheid van stemmen

Voor het nemen van besluiten is in de meeste gevallen een volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen (de helft plus één) voldoende. Stemonthoudingen, blanco stemmen en ongeldige stemmen worden beschouwd als niet uitgebracht. Soms bevatten de statuten echter een bepaling dat blanco stemmen als tegenstem worden aangemerkt.

Voor sommige onderwerpen schrijven de wet en/of de statuten een versterkte meerderheid voor. De helft plus één van de uitgebrachte stemmen is dan niet voldoende. Dan is er een hoger percentage voorstemmers nodig. Om welk percentage het dan gaat, volgt uit de wet of de statuten. Het is niet ongebruikelijk dat in de statuten is bepaald dat besluiten tot wijziging van de statuten of tot ontbinding van de vennootschap genomen moeten worden met een versterkte meerderheid.

Staken der stemmen

Maar wat nu als de stemmen staken? De stemmen staken als er net zoveel stemmen vóór zijn uitgebracht als tegen. De wet bepaalt als hoofdregel dat het voorstel dan is verworpen, tenzij het gaat om de verkiezing van personen. In dat laatste geval beslist, bij het staken der stemmen, het lot. In de statuten kan hiervoor een andere regeling worden getroffen. Dat kan bijvoorbeeld zijn dat in zo’n geval de beslissing wordt genomen door een derde. Die derde kan een persoon zijn of een instantie.

Quorum

Voor sommige onderwerpen bepaalt de wet dat daarover alleen een geldig besluit kan worden genomen als een in de wet bepaald gedeelte van het kapitaal in de vergadering vertegenwoordigd is. Dit wordt een quorum genoemd. Ook in de statuten kan een quorum-eis zijn opgenomen. Dat kan gelden voor alle besluiten van de algemene vergadering of alleen voor de in de statuten genoemde onderwerpen.

Een voorbeeld van een wettelijke quorum-eis is het besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders om af te wijken van een bindende voordracht voor een bestuursbenoeming. De wet eist dat zo’n besluit alleen geldig is als het besluit genomen wordt met ten minste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen (een versterkte meerderheid), welke twee/derde meer dan de helft van het kapitaal (het quorum) vertegenwoordigen. Een ander voorbeeld is het volgende. Hiervoor hebben we gezien dat in de statuten kan worden afgeweken van de wettelijke (hoofd)regels voor het aantal stemmen dat aan de aandelen is verbonden. Een besluit om een dergelijke afwijking in de statuten op te nemen, kan slechts met algemene stemmen (unanimiteit) worden genomen in een vergadering waarin het gehele kapitaal vertegenwoordigd is.

Het quorum-vereiste geldt in beginsel alleen in de eerste vergadering waarin over het betreffende onderwerp wordt vergaderd. Is het vereiste quorum dan niet vertegenwoordigd, dan kan geen besluit genomen worden. De wet zegt dat dan een nieuwe vergadering uitgeschreven kan worden, waarin de quorum-eis niet geldt. In de oproeping voor die nieuwe vergadering moet dat worden vermeld. De statuten kunnen het ook anders regelen.

Is uw vraag nog niet beantwoord of hebt u behoefte aan advies, neem dan contact met ons op. Wij helpen u graag verder.

Lees ook de andere artikelen in deze serie:

Deel 1: Hoe vaak moeten aandeelhouders vergaderen

Deel 2: Het bijeenroepen van de algemene vergadering van aandeelhouders

Deel 3: De agenda

Deel 4: Vergaderrecht en vergadergerechtigden

Deel 5: Elektronisch vergaderen

Deel 7: De notulen

Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.