Verblind door eigenbelang - aandachtspunten bij belangenverstrengeling

Verblind door eigenbelang - aandachtspunten bij belangenverstrengeling

Wie gezamenlijk met anderen een onderneming drijft, moet in de eerste plaats het succes van die onderneming nastreven en bevorderen. Dat klinkt vanzelfsprekend, maar wordt in de praktijk vaak ‘vergeten’. Zo ook in het hier te bespreken geval.

Wie niet waagt wie niet wint

De aandeelhouders van twee ondernemingen, die werkzaam waren in de gokwereld, besloten hun krachten te bundelen. De beide ondernemingen richtten een gezamenlijke onderneming (joint-venture) op, waarin een nieuwe activiteit zou worden ontwikkeld en geëxploiteerd. Slechts één van beide joint-venture partners werd bestuurder. In dit geval ging het om een online kansspel. Hiervoor zouden nieuwe wettelijke regels gaan gelden. Onder andere werd een vergunningenstelsel ingevoerd. De aandeelhouders van de nieuwe onderneming hadden afgesproken dat de joint-venture deze vergunning zou gaan aanvragen.

Nadat er ruzie was ontstaan tussen de joint-venture partners en zij met elkaar in de clinch lagen over de beëindiging van hun samenwerking, vond de besturende partner van de joint-venture het niet meer wenselijk dat de vergunning door de joint-venture werd aangevraagd. Hij richtte een nieuwe vennootschap op, waarmee hij de vergunning aanvroeg. De andere joint-venture partner, die geen aandelen had in de nieuwe vennootschap, werd hierover in het ongewisse gelaten. Saillant detail is dat de aanzienlijke kosten voor het aanvragen van de vergunning wel ten laste van de joint-venture werden gebracht.

Misgegokt

De Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam oordeelde dat deze gang van zaken niet door de beugel kon. De bestuurder had niet in het belang van joint-venture gehandeld door niet namens de joint-venture de vergunning aan te vragen. Hij had daarmee zijn bestuurstaak ernstig veronachtzaamd. Bovendien had de bestuurder onvoldoende gedaan om belangenverstrengeling te voorkomen. Hij liet het belang van zijn eigen vennootschap prevaleren zonder de andere joint-venture partner daarover te informeren. Op grond hiervan was er sprake van gegronde reden om aan een juist beleid en juiste gang van zaken te twijfelen. De Ondernemingskamer besloot daarom een onderzoek (enquête) te laten uitvoeren. Daarnaast werd als onmiddellijke voorziening de bestuurder geschorst en een derde tot tijdelijk bestuurder benoemd.

Het starten van een enquêteprocedure bij de Ondernemingskamer kan een krachtig middel zijn om geschillen tussen aandeelhouders te beslechten. Met een door de Ondernemingskamer in te stellen onderzoek kan opening van zaken verkregen worden en vastgesteld worden bij wie de verantwoordelijkheid rust voor het geconstateerde wanbeleid. Daarnaast wordt de procedure vaak ook gestart met het oog op de onmiddellijke voorzieningen die de Ondernemingskamer kan treffen. Daarmee kan voorkomen worden dat het wanbeleid blijft voortduren. Veel voorkomende onmiddellijke voorzieningen zijn:

  • Schorsing van bestuurders
  • Benoeming van tijdelijke bestuurders of commissarissen
  • Overdracht ten titel van beheer van een of meer aandelen van de aandeelhouders
  • Schorsing en vernietiging van besluiten

Aandachtspunten voor bestuurders en aandeelhouders

Bestuurders en aandeelhouders in joint-ventures doen er goed aan om de volgende aandachtspunten in acht te nemen:

  • Bestuurders van vennootschappen moeten het vennootschappelijk belang, dat wil zeggen het bestendige succes van de onderneming, voorop stellen. In een joint-venture wordt dat belang ook bepaald/beïnvloed door de aard en inhoud van de door de aandeelhouders overeengekomen samenwerking.
  • Bestuurders dienen tevens zorgvuldigheid te betrachten met betrekking tot de belangen van al diegenen die bij de vennootschap en haar onderneming zijn betrokken. Bestuurders moeten waken voor het onnodig of onzorgvuldig schaden van hun belangen.
  • In besloten verhoudingen (bijvoorbeeld bij een beperkt aantal aandeelhouders) moet het bestuur ruimhartig openheid van zaken verschaffen met betrekking tot het reilen en zeilen van de vennootschap als niet alle aandeelhouders in het bestuur vertegenwoordigd zijn. Dat geldt zeker en vooral wanneer een (mogelijk) tegenstrijdig belang bestaat.
  • Is er sprake van een tegenstrijdig belang, dan is een extra hoge mate van zorgvuldigheid bij de voorbereiding, besluitvorming en uitvoering vereist. Daarbij dienen de te onderscheiden belangen op zorgvuldige wijze gescheiden te worden gehouden en dient een zo groot mogelijke openheid te worden betracht. Onder omstandigheden kan inschakeling van een deskundige gewenst of geboden zijn. Van een tegenstrijdig belang is sprake bij zodanig onverenigbare belangen dat in redelijkheid kan worden betwijfeld of de bestuurder zich bij zijn handelen uitsluitend laat leiden door het belang van de vennootschap en haar onderneming.